Italië, net na 1900. Een periode die onvergetelijk vastgelegd is in Bernardo Bertolluci’s film
Novecento. Een groot deel van de samenleving wel ‘klaar’ is met die saaie, gezapige negentiende eeuw, waarin stands- en klassenverschillen voor altijd vast leken te liggen. Weg met dat burgerlijke! Ruim baan voor de moderniteit! Dat vond zeker ook de dichter Fillippo Tomasso Marinettini, die in 1909 zijn Futuristisch manifest publiceerde. Geweld, oorlog en vernietiging zouden een nieuwe maatschappij inluiden. Iconen van de oude tijd moesten het ontgelden: ‘‘We willen musea vernietigen, de bibliotheken, academies van elk soort [—]. Een ronkende auto die als hij rijdt op een mitrailleur lijkt, is mooier dan de Nikē van Samothrake’. De futuristen gingen op zoek naar een nieuwe beeldtaal, waarin de dynamiek van de moderne samenleving tot uitdrukking kwam: de verbeelding van beweging, snelheid en zelfs geluid. Om hun opvattingen zo breed mogelijk in de praktijk te brengen, begaven de futuristen zich op een zeer gevarieerd terrein: van schilder-beeldhouwkunst en architectuur tot theater, film, kleding, eten en drinken, allerlei gebruiksvoorwerpen, complete inrichtingen van openbare gelegenheden en woningen, reclame en meer.