Frida Kahlo; van de schoonheid en de pijn

Frida Kahlo is zonder twijfel Mexico’s beroemdste moderne kunstenaar. De classificatie als surrealist is afkomstig van Andre Breton, stichter van de surrealistische beweging in Frankrijk. Zelf verwierp Kahlo dit etiket, zeggende dat zij nooit haar dromen heeft geschilderd. Aanvankelijk miskend of alleen erkend als vrouw van de beroemde muurschilder Diego Rivera, brak Kahlo internationaal door met haar eerste solotentoonstelling in New York in 1938. Het jaar daarop reisde zij op uitnodiging van Breton voor een expositie naar Parijs en ontmoette daar oa Picasso. Haar schilderijen en (80!) zelfportretten verwijzen expliciet naar haar trauma’s. Lichamelijk was zij geruïneerd door polio en een ernstig tramongeluk, mentaal gebroken door haar tumultueuze huwelijk en haar onvervulde kinderwens. Kahlo’s werk getuigt ook van een diepe liefde voor de oude precolumbiaanse culturen en een eigen benadering van de Mexicaanse identiteit. Zij kleedde zich in kleurrijke traditionele dracht en cultiveerde zorgvuldig haar doorgroeiende wenkbrauwen en een klein snorretje. Na haar dood in 1954 op 49-jarige leeftijd bepaalde Ribera dat de badkamer in Casa Azul (het Blauwe Huis) waar al Frida’s persoonlijke eigendommen lagen, vijftig jaar niet geopend mocht worden.