Van Gogh’s verblijf in Drenthe was kort, van 11 september tot en met 5 december 1883, maar voor de beginnend kunstenaar die hij in die periode nog was, zijn deze drie maanden van meer belang geweest dan meestal wordt gedacht. Alle aspecten van zijn schilderschap zijn hier al aanwezig: geloof, sociale bewogenheid en het zoeken naar een eigen vormentaal. Drenthe beviel hem goed ‘het is hier zo gansch en al wat ik mooi vind’ maar de eenzaamheid, melancholie en het geldgebrek maakten dat hij in de winter overhaast naar de ouderlijke pastorie in Nuenen (Brabant) trok, met achterlating van zijn materiaal. In zijn ‘Drentse tijd’ maakte Van Gogh 40 schilderijen waaronder Turfschuit met twee figuren (coll. Drents Museum Assen) en schreef hij 23 brieven. In november 1885 besloot Van Gogh uit Nederland te vertrekken. Hij zou er nooit meer terugkeren.